Daar is ie weer, iets verlaat maar beter laat dan nooit.

Stelling voor deze week: "De evolutietheorie van Charles Darwin klopt, het bewijs van de Darwin vink zegt genoeg."

Graag uw mening,
Wouter

misschien een domme vraag.
maar wat is De evolutietheorie van Charles Darwin?
dan kan ik misschien mee praten.
groeten martijn

Volgens de evolutietheorie is al wat leeft, ontstaan door evolutie. Dieren en planten hebben zich ontwikkeld uit voorgaande organismes.
Elke soort organisme heeft zijn eigen eigenschappen, waarvan elk lid een variatie van deze kenmerken bezit. Alle mensen hebben bijvoorbeeld twee ogen, maar sommige hebben blauwe en andere bruine ogen. Organismen kunnen door de loop van de tijd veranderen doordat natuurlijke selectie plaats vindt. De omgeving beïnvloedt de overlevingskans van een lid van een bepaalde soort. De overgeblevene zijn de ouders van de nieuwe generatie van deze soort en geven hun genen (en dus hun kenmerken) door.
Voorbeeld: neem een bepaalde soort eenden, waarvan de helft alleen kan zwemmen en de andere helft kan zwemmen en kan vliegen. Doordat ze in een gevaarlijk gebied leven, is het belangrijk om snel te kunnen vluchten. Helaas kunnen de eenden die niet kunnen vliegen niet tijdig vluchten, waardoor ze steeds door roofdieren in hun omgeving worden opgegeten. De overgebleven, vliegende eenden krijgen kinderen. Hun genen worden zo doorgeven. Uiteindelijk zullen er dus steeds meer eenden overblijven die ook kunnen vliegen.
Bepaalde eigenschappen kunnen dus verloren gaan en andere worden gehandhaafd of evolueren zelfs. Spencer zou deze evolutie theorie later ook vanuit een sociale invalshoek bekijken, dit noemde hij ‘survival of the fittest’

Deze theorie is inmiddels door de moderne wetenschap wel wat achterhaald maar is nog steeds een belangrijke basis voor de wetenschap

Henk

Heel kort en krachtig gezegd alleen de sterkste overleefd, er zit weinig tot geen humaniteit in.

Men heeft deze discussie destijds eens opgang gebracht op gouldforum wat zeer veel stof liet opwaaien.
Want in de Darwin-theorie zit geen dierLIEFhebberij en toch anderzijds weer wel.

-Vogels die niet zelf hun jongen optrekken
-vogels die teweinig jongen produceren voor hun doen
-vogels die in nest achterliggen op de rest van nest
-vogels die ziek zijn en niet op natuurlijke wijze genezen(kruiden etc)

worden kortom afgemaakt/handelaar gebracht.

Dit is echter maar klein stukje betreffende de theorie.Deze is zeker de moeite waard om hem eens rustig doortenemen

Persoonlijk ken ik mensen die op deze manier hun prachtvinken kweken,en hun resultaat mag er dan ook zeker wezen en is zeker een wereld van verschil zowel in kwaliteit als in kwantiteit.

gr Noel

wat was dan dat bewijs van darwin vink. uitgestorven ofzo? (sorry snap nog niet helemaal)
maar wil het wel weten.

m.v.g. martijn

Darwins theorie: In een notedop:
Wie zich het beste en snelste kan aanpassen heeft het meeste kans te overleven.

Darwin vinken paste zich aan met hun snavels, dan waren de grotere snavels in het voordeel, dan weer de smallere en kleine snavels. (na gelang de omstandigheden in hun leefmilieu wisselde)
Gert

denk dat dat ook zo is.
in iedergeval hebben we het daar ook ooit met biolochie over gehad. maar lijkt mij ook best lochies. of niet?

Een plaatje van de snavels van de verschillende Galapagos/Darwinvinken:

Darwin beweert dat al deze verschillende vogels zijn geëvolueerd uit een en dezelfde vogel.
Doordat ze allen in een ander gebied leven en verschillend voedsel eten hebben ze verschillende snavels ontwikkeld om te kunnen blijven leven.

Is dit hèt bewijs dat alles is ontstaan uit evolutie en natuurlijke selectie?
Daarover gaat dit vraagstuk en ik hoop dat het nu een beetje duidelijker is.

Groeten,
Wouter.

P.s.: De evolutietheorie is inderdaad een interessant staaltje filosofie en is leuk om eens te lezen. Het geeft je een andere kijk op het leven en het ontstaan ervan.

quote

---

Darwins theorie: In een notedop:
Wie zich het beste en snelste kan aanpassen heeft het meeste kans te overleven.

Darwin vinken paste zich aan met hun snavels, dan waren de grotere snavels in het voordeel, dan weer de smallere en kleine snavels. (na gelang de omstandigheden in hun leefmilieu wisselde)

---

Voor de duidelijkheid: geslachtelijke voortplanting(dus met sex ) zorgt voor steeds nieuwe individuen, met nieuwe eigenschappen.
De evolutie zorgt ervoor dat steeds de op dat moment de best aangepaste de overhand krijgt, binnen de best aangepasten zijn uiteindelijk weer beter aangepasten etc. etc. Dit leidt uiteindelijk tot een specialisme (bijv. giraffes voor de hoge bladeren en zebra's voor het gras)
.
M.a.w. binnen de darwinvinken was er een diversiteit in aanleg voor verschillende snavels, elk met zijn voordelen. Doordat elk zich voor iets heeft aangepast is er ruimte voor elk.

quote

---

Darwin vinken paste zich aan met hun snavels

---

Dit soort uitdrukkingen kunnen nogal misleidend zijn. Die vinken zelf pasten zich niet aan, want stel sommigen zouden een langere bek ontwikkelen dan geven zij dit eenvoudigweg niet door aan hun nakomelingen. Hoeveel muizen je ook hun staart afhakt, er zullen nooit nakomelingen zonder staart geboren worden.
Het dus om een volkomen blind proces: er is variatie tussen individuen op basis van genetische diversiteit en sommigen kunnen in een bepaalde omgeving beter overleven dan anderen. Hierdoor blijft uiteindelijk een populatie over waarin de snavel anders is dan in het begin.

De cruciale vraag bij deze theorie is of er inderdaad voldoende variatie tussen individuen is, gecombineerd met voldoende selectiedruk (door de omgeving) om zo'n diversiteit aan soorten voort te brengen. Ik denk dat dit in sommige gevallen een goede verklaring kan zijn voor het ontstaan van een soort, maar dat dit in zijn algemeen nogal problematisch is, omdat zowel de selectiedruk als de variatie onvoldoende is.

Iets heel anders, met name bij hogere organismen (bijvoorbeeld papegaaien) zijn de aanpassingscapaciteiten van een individu om zijn gedrag aan nieuwe omstandigheden aan te passen en aan zijn nakomelingen door te geven. Dit kan uiteraard niet via genetische info. Dit is geen blind proces, dat gebaseerd is op voldoende variatie. In feite gaat deze vorm in tegen de vorige: door de aanpassingscapaciteiten kan een groep de fysieke variatie (in belangrijke mate bepaald door de genetische info) en eventuele ongeschiktheid voor bepaalde omstandigheden compenseren.

Overigens: toepassing van evolutietheorie in andere context (bijvoorbeeld sociale) is uiterst dubieus en brengt nogal wat veronderstellingen over de aard van de mens met zich mee.

quote

---

Iets heel anders, met name bij hogere organismen (bijvoorbeeld papegaaien) zijn de aanpassingscapaciteiten van een individu om zijn gedrag aan nieuwe omstandigheden aan te passen en aan zijn nakomelingen door te geven.

---

Dit heet het gemeenschappelijk geheugen. Dit wordt doorgegeven door middelen van laten zien en nadoen(leren).

quote

---

. Ik denk dat dit in sommige gevallen een goede verklaring kan zijn voor het ontstaan van een soort, maar dat dit in zijn algemeen nogal problematisch is, omdat zowel de selectiedruk als de variatie onvoldoende is.

---

Daarvoor is er dan ook genoeg tijd en is revolutie(snelle verandering) de tegenstelling van evolutie((tergend) langzame verandering).
Vergeet nit dat er ook snelle veranderingen zijn. Denk bijv. aan virussen, de omschakeling van bosvogel naar stadsvogel van de merel(binnen een jaar of 10) Denk aan het slanker worden van de zangvogels als gevolg van het broeikaseffect!!, de aanpassing van koolmeesgezang aan de drukke stad etc...

Als de selectiedruk onvoldoende groot en onvoldoende specifiek is, zal er nauwelijks selectie en specialisatie plaats vinden. Ongeacht de hoeveelheid beschikbare tijd kan deze theorie dan nooit de groote verscheidenheid aan gespecialiseerde soorten verklaren.

1 van de problemen van de theorie is volgens mij dat de selectiedruk alleen voldoende groot kan zijn als deze de overleving van een hele boel andere soorten uitsluit. Echter dat betekent dat er nooit een grote diversiteit aan soorten kan ontstaan.

quote

---

Als de selectiedruk onvoldoende groot en onvoldoende specifiek is,

---

Dit is een veronderstelling die niet juist(hoeft) te zijn. Het hoeft niet onder druk van een adnere soort maar het opvullen van een bestaande of nieuw ontstaande niche.
Kijk maar naar de economie. Er zijn grote spelers op diverse vlakken, deze drukken vaak kleinere weg(grote selectiedruk), echter er zijn diverse voorbeelden van kleine bedrijven die in de niche's duiken.
Juist door het specialiseren van soorten onstaat er meer ruimte voor andere(gespecialiceerde) soorten. Doordat sommige vogels alleen zaden eten, kunnen ze domineren, lijkt het, echter vogels die insecten eten kunnen dus in hetzelfde terrein leven zonder dat de soorten in conflict met elkaar komen. er is zelfs nog plaats voor vruchten etende of nectaretende soorten.
In de evolutie heeft het meestal het voordeel je te specialiseren, je hebt dan veelal een voordeel ten opzicht van andere soorten. Het nadeel is dat je ook kwetsbaar wordt.

Een nieuwe stelling maar weer.

In Nederland moet meer (natuur)gebied komen waar het voor mensen verboden terrein is.

Naar aanleiding van een nieuwsbericht over het versnipperen van natuur- en landbouwgebieden door bebouwing langs (snel)wegen.

Fijn weekend ,
Wouter.