Hoeveel postduiven worden verschalkt door rovers ?

Zijn als het goed is snel en daarop is de hele bouw van de vogel aangepast

Aanpassen aan de leefomstandigheden is naar mijn idee de reden van korte staarten die papegaaien hebben en als papegaaien genoemd worden door de meer gedrongen bouw tezamen met de korte staart

Wie Papegaai zegt bedoeld naar mijn idee de amazones en de grijze roodstaarten veel verder gaat dat in de eerste instantie niet wie Ara zegt bedoeld dan een ara en niet papegaai is een heeeel andere vogel wordt er dan gezegd

Reden waarom een papegaai een korte staart heeft komt door de evolutie net als de dodo niet vliegen kon en de Kiwi ook niet is zo gevormd door de tijd

Paul

Er zijn al heel wat meer en minder interessante theorieën voorbij gekomen in dit topic.
Toch denk ik dat het koppelen van staartlengte aan de gradatie van vlieg- of overlevingscapaciteiten bij vogels niet geheel het juiste spoor is, al was het maar omdat in vrijwel alle denkbare leefgebieden vogels met zowel korte- als lange staarten voorkomen.
Ornithologisch gezien is de staartlengte ook geen specifiek kenmerk van goede vliegers, zoals bijvoorbeeld trekvogels, noch van habitatgerelateerde groepen, zoals bijvoorbeeld bos-, steppe- of zeevogels.
Gezien de voorkomende overeenkomsten in foerageergedrag tussen vogelsoorten met korte en lange staarten zullen ook hierbij (behoudens mogelijke voedselspecialisten) weinig gronden gevonden kunnen worden om de verschillende staartlengten te onderbouwen.

De vraag waarom dergelijke verschillen zich blijkbaar toch evolutionair hebben kunnen ontwikkelen zal om die reden moeten samenhangen met iets anders.

Een mogelijke theorie daarvoor is een genetische afwijking, zoals dit met enige regelmaat voorkomt in de natuur. Dit verschijnsel mogen we waarschijnlijk eerder interpreteren als een testfase om te komen tot mogelijke verbeteringen/aanpassingen ter vergroting van de overlevingscapaciteit van een soort dan als een puur toeval. Er lijken echter geen aanwijzingen te zijn, die verschil in staartlengte als voor-of nadeel voldoende kunnen onderbouwen.

Een andere theorie is het natuurlijke selectieproces bij voortplanting. Een bepaalde voorkeur van vrouwelijke vogels voor een man met een bepaald uiterlijk of baltscapaciteiten, levert uiteindelijk een vorm van selectie en daarmee specifieke eigenschappen voor het nageslacht op. Dit zou in bredere zin tevens de enorme Ornithologische variatie in kleur, vorm en gedrag kunnen verklaren.

Hoe dan ook, voor dergelijke theorieën geldt steeds dat bepaalde eigenschappen slechts voort kunnen blijven bestaan als daar ten aanzien van overlevingscapaciteiten geen nadeel van wordt ondervonden,
ofwel de fysieke natuurlijke selectie.