Vogelarena

Log In
 


Gebruikersnaam

Paswoord

Onthouden

Paswoord vergeten

Schrijf mij in!

 

 

 

 

 

 

 

   
Inhoud
   

   
Zoeken
 
   
 
   
VogelArena.com
 

E-mail


   
Reclame
 





   




Forums Home > Kweek en verzorging. > import verordening Moderators
agabird


Om een bericht te kunnen posten moet u ingeschreven zijn schrijf in.
Als U al lid bent log hier in.

Pagina : 1


Auteur Onderwerp : import verordening
Daniel
Website Member
Posts :3286

Website Member
2007-06-06 - 14:26:20 send message to Daniel

Voor iedereen die wat tijd over heeft en de uitdaging van een Juridische tekst zoekt wink ;)

Verordening (EG) nr. 318/2007 van de Commissie van 23 maart 2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van bepaalde vogels in de Gemeenschap en de desbetreffende quarantainevoorschriften Voor de EER relevante tekst

Publicatieblad Nr. L 084 van 24/03/2007 blz. 0007 - 0029





Verordening (EG) nr. 318/2007 van de Commissie

van 23 maart 2007

tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van bepaalde vogels in de Gemeenschap en de desbetreffende quarantainevoorschriften

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG [1], en met name op artikel 10, lid 3, tweede alinea, en lid 4, eerste alinea,

Gelet op Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt [2], en met name op artikel 17, lid 2, onder b), en lid 3, en artikel 18, lid 1, eerste en vierde streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Beschikking 2000/666/EG van de Commissie van 16 oktober 2000 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van vogels, met uitzondering van pluimvee, alsmede van quarantainevoorschriften [3] worden de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van bepaalde vogels, met uitzondering van pluimvee, als nader gespecificeerd in die beschikking, en de quarantainevoorschriften voor dergelijke vogels vastgesteld.

(2) Ingevolge de uitbraken van de Aziatische variant van hoogpathogene aviaire influenza in Zuidoost-Azië in 2004 heeft de Commissie verscheidene beschikkingen vastgesteld waarbij onder meer de invoer van vogels, met uitzondering van pluimvee, uit getroffen derde landen wordt verboden.

(3) Ingevolge de verspreiding van de Aziatische variant van aviaire influenza door trekvogels naar Europa en het in een quarantainevoorziening in het Verenigd Koninkrijk ontdekte geval van de Aziatische variant van aviaire influenza is Beschikking 2005/760/EG van de Commissie van 27 oktober 2005 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen voor de invoer van in gevangenschap gehouden vogels in verband met hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde derde landen [4] vastgesteld. Bij die beschikking wordt de invoer van vogels, met uitzondering van pluimvee, uit alle derde landen opgeschort wegens de risico's die worden veroorzaakt door in het wild levende vogels die door de ziekte zijn aangetast.

(4) Om een inventaris op te maken van de door de invoer van in gevangenschap levende vogels veroorzaakte risico's heeft de Commissie de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 13 april 2005 verzocht een wetenschappelijk advies uit te brengen over de risico's die worden veroorzaakt door de invoer van in het wild gevangen vogels en in gevangenschap gefokte vogels uit derde landen.

(5) Ingevolge dat verzoek heeft het panel voor diergezondheid en dierenwelzijn van de EFSA tijdens zijn vergadering van 26 en 27 oktober 2006 een wetenschappelijk advies uitgebracht over de risico's voor de gezondheid en het welzijn van dieren in verband met de invoer van in het wild levende vogels, met uitzondering van pluimvee, in de Gemeenschap. In dat wetenschappelijk advies worden de mogelijke instrumenten en opties aangegeven die de eventueel vastgestelde risico's voor de diergezondheid in verband met de invoer van vogels, met uitzondering van pluimvee, kunnen beperken.

(6) Rekening houdend met de conclusies en aanbevelingen van het wetenschappelijk advies van de EFSA moeten de voorschriften van Beschikking 2000/666/EG worden herzien.

(7) In het wetenschappelijk advies van de EFSA wordt er met name op gewezen dat de gegevens over de invoer van dergelijke vogels schaars zijn. De verzameling van verdere gegevens over deze invoer moet daarom worden overwogen.

(8) Een van de aanbevelingen van het wetenschappelijk advies van de EFSA heeft betrekking op de controles die worden uitgevoerd in de derde landen die vogels, met uitzondering van pluimvee, naar de Gemeenschap uitvoeren. Verbeteringen op de plaats van uitvoer zullen het meeste effect sorteren wat betreft de vermindering van de waarschijnlijkheid dat besmette dieren voor invoer in de Gemeenschap worden aangeboden. Daarom moeten de invoervoorschriften in deze verordening zodanig worden vastgesteld dat alleen invoer wordt toegestaan uit derde landen die dergelijke vogels naar de Gemeenschap mogen uitvoeren.

(9) Een andere aanbeveling van de EFSA betreft de invoer van in het wild gevangen vogels. In het wetenschappelijk advies wordt het risico aangegeven dat wordt veroorzaakt door vogels die kunnen zijn besmet door de laterale verspreiding van de ziekte door andere in het wild levende besmette vogels uit het verontreinigde milieu of door het overbrengen van de ziekte door besmet pluimvee. Rekening houdend met de rol die in het wild levende trekvogels bij de verspreiding van aviaire influenza uit Azië naar Europa in 2005 en 2006 hebben gespeeld, is het dienstig om de invoer van vogels, met uitzondering van pluimvee, te beperken tot in gevangenschap gefokte vogels.

(10) Het is zelden mogelijk met zekerheid een onderscheid te maken tussen in het wild gevangen vogels en in gevangenschap gefokte vogels. Er kunnen voor beide soorten vogels merkmethoden worden toegepast zonder dat het mogelijk is om beide van elkaar te onderscheiden. Het is daarom dienstig de invoer van vogels, met uitzondering van pluimvee, te beperken tot vermeerderingsbedrijven die door de bevoegde autoriteit van het derde land van uitvoer zijn erkend, en om bepaalde minimumvoorschriften voor een dergelijke erkenning vast te stellen.

(11) Voor de invoer van bepaalde vogels geldt een andere communautaire wetgeving. Daarom moeten deze van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten.

(12) Het risico voor de diergezondheid van wedstrijdduiven die de Gemeenschap worden binnengebracht om er opnieuw te worden losgelaten zodat zij kunnen terugvliegen naar hun plaats van herkomst, is van dien aard dat zij van het toepassingsgebied van deze verordening moeten worden uitgesloten.

(13) Bovendien hebben bepaalde derde landen veterinairrechtelijke voorschriften die gelijkwaardig zijn aan die van de communautaire wetgeving. Daarom moet de invoer van vogels uit die landen van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten.

(14) De lidstaten moeten de Commissie bepaalde informatie over erkende quarantainevoorzieningen en -stations verstrekken, zodat de Commissie een lijst van erkende quarantainevoorzieningen en -stations kan publiceren en die lijst kan bijwerken. Het is dienstig dat die lijst in een bijlage bij deze verordening wordt opgenomen.

(15) Het is dienstig dat verdere invoerprocedures worden vastgesteld voor het overbrengen van de vogels van de grensinspectiepost naar de erkende quarantainevoorzieningen en -stations bij binnenkomst in de Gemeenschap om ervoor te zorgen dat de ingevoerde vogels binnen redelijke tijd aankomen in de aangewezen erkende quarantainevoorziening of het aangewezen erkende quarantainestation.

(16) Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG [5] is vastgesteld om rekening te houden met de ervaring die de laatste jaren met de bestrijding van aviaire influenza is opgedaan. Op grond van die richtlijn is Beschikking 2006/437/EG van de Commissie van 4 augustus 2006 tot goedkeuring van een diagnosehandboek voor aviaire influenza overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG van de Raad [6] ("het diagnosehandboek") goedgekeurd met het oog op de vaststelling op communautair niveau van diagnoseprocedures, bemonsteringsmethoden en criteria voor de evaluatie van laboratoriumtests ter bevestiging van een uitbraak van aviaire influenza. Er moet rekening met die beschikking worden gehouden bij de vaststelling van de testregelingen voor aviaire influenza in erkende quarantainevoorzieningen en -stations in deze verordening.

(17) Er moet ook worden voorzien in bepaalde afwijkingen voor vogels die in een erkende quarantainevoorziening of een erkend quarantainestation besmet blijken te zijn met laagpathogene aviaire influenza of de ziekte van Newcastle, wanneer die ziekten geen risico vormen voor de diergezondheidsstatus van de Gemeenschap.

(18) Voor de duidelijkheid van de communautaire wetgeving moet Beschikking 2000/666/EG worden ingetrokken en door deze verordening worden vervangen.

(19) Als gevolg van de in deze verordening vastgestelde stringentere veterinairrechtelijke voorschriften moet Beschikking 2005/760/EG worden ingetrokken.

(20) Er moeten overgangsmaatregelen worden vastgesteld voor de krachtens Beschikking 2000/666/EG erkende quarantainevoorzieningen en -stations om ervoor te zorgen dat de invoer via deze quarantainevoorzieningen en -stations kan worden voortgezet op grond van de krachtens deze verordening verleende erkenning.

(21) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van bepaalde vogels in de Gemeenschap uit de derde landen en delen daarvan, als bedoeld in bijlage I, en de quarantainevoorschriften voor deze invoer vastgesteld.

Artikel 2

Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op vogels.

Zij is echter niet van toepassing op:

a) kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels (Ratitae), die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor de fokkerij, voor de productie van vlees of van consumptie-eieren of om in het wild te worden uitgezet ("pluimvee");

b) vogels ingevoerd voor instandhoudingprogramma's die door de bevoegde autoriteit in de lidstaat van bestemming zijn goedgekeurd;

c) gezelschapsdieren, als bedoeld in artikel 1, derde alinea, van Richtlijn 92/65/EEG, die hun eigenaar vergezellen;

d) vogels bestemd voor dierentuinen, circussen, pretparken of proeven;

e) vogels bestemd voor instellingen, instituten of centra die zijn erkend overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 92/65/EEG;

f) wedstrijdduiven die op het grondgebied van de Gemeenschap worden binnengebracht vanuit een aangrenzend derde land waar zij normaliter verblijven en die onmiddellijk daarna worden losgelaten in de verwachting dat zij naar dat derde land zullen terugvliegen;

g) vogels ingevoerd uit Andorra, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Marino, Vaticaanstad en Zwitserland.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening zijn de in Richtlijn 2005/94/EG vastgestelde definities van toepassing.

De volgende definities zijn ook van toepassing:

a) "vogels": dieren van andere vogelsoorten dan die bedoeld in artikel 2, onder a) tot en met g);

b) "erkend vermeerderingsbedrijf":

i) een bedrijf dat uitsluitend wordt gebruikt voor het vermeerderen van vogels; en

ii) dat door de bevoegde autoriteit van het exporterende derde land is geïnspecteerd en erkend wat de naleving van de in artikel 4 en bijlage II bedoelde voorschriften betreft;

c) "in gevangenschap gefokte vogels": vogels die niet in het wild zijn gevangen maar die in gevangenschap zijn geboren en gefokt uit ouderdieren die in gevangenschap hebben gepaard of waarvan op een andere wijze gameten zijn overgedragen;

d) "naadloze, gesloten pootring": een ononderbroken ring of manchet, zonder enige naad of las, waarmee op geen enkele wijze is geknoeid, waarvan het formaat zodanig is dat hij, nadat hij in de eerste levensdagen van de vogel is aangebracht, niet meer kan worden verwijderd wanneer de poot van de vogel zijn definitieve omvang heeft bereikt en die commercieel voor dat doel is vervaardigd;

e) "erkende quarantainevoorziening": een gebouw, met uitzondering van een quarantainestation:

i) waar ingevoerde vogels in quarantaine worden gehouden;

ii) dat door de bevoegde autoriteit is geïnspecteerd en erkend wat de naleving van de in artikel 6 en bijlage IV bedoelde minimumvoorschriften betreft;

f) "erkend quarantainestation": een gebouw:

i) waar ingevoerde vogels in quarantaine worden gehouden;

ii) dat bestaat uit een aantal functioneel en materieel van elkaar afgescheiden eenheden die elk uitsluitend vogels bevatten die tot dezelfde zending behoren en dezelfde gezondheidsstatus hebben en daarom een enkele epizoötiologische eenheid vormen;

iii) dat door de bevoegde autoriteit is geïnspecteerd en erkend wat de naleving van de in artikel 6 en bijlage IV bedoelde minimumvoorschriften betreft;

g) "verklikkervogels": vogels die als hulpmiddel voor diagnosedoeleinden in het kader van de quarantaine worden gebruikt;

h) "diagnosehandboek": het diagnosehandboek voor aviaire influenza dat is opgenomen in de bijlage bij Beschikking 2006/437/EG;

i) "lokale veterinaire eenheid (LVE)": een daartoe aangewezen lokale autoriteit van een lidstaat.

Artikel 4

Erkende vermeerderingsbedrijven

De invoer van vogels uit erkende vermeerderingsbedrijven wordt toegestaan, mits aan de volgende voorschriften wordt voldaan:

a) het vermeerderingsbedrijf moet door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de voorschriften van bijlage II zijn erkend en van haar een erkenningsnummer hebben gekregen;

b) dat erkenningsnummer moet door die autoriteit aan de Commissie zijn meegedeeld;

c) de naam en het erkenningsnummer van het vermeerderingsbedrijf moeten voorkomen op een door de Commissie opgestelde lijst van vermeerderingsbedrijven;

d) de erkenning van het vermeerderingsbedrijf moet door de bevoegde autoriteit onmiddellijk worden ingetrokken of opgeschort, als het niet langer aan de voorschriften van bijlage II voldoet, en de Commissie moet daarvan onmiddellijk in kennis worden gesteld.

Artikel 5

Invoervoorschriften

De invoer van vogels uit erkende vermeerderingsbedrijven overeenkomstig artikel 4 moet aan de volgende voorschriften voldoen:

a) de vogels zijn in gevangenschap gefokte vogels;

b) de vogels moeten afkomstig zijn uit derde landen of delen daarvan, als bedoeld in bijlage I;

c) de vogels werden 7 à 14 dagen vóór de verzending onderworpen aan een virusdetectietest in een laboratorium met negatieve resultaten voor virussen van aviaire influenza en de ziekte van Newcastle;

d) de vogels zijn niet ingeënt tegen aviaire influenza;

e) de vogels gaan vergezeld van een diergezondheidscertificaat overeenkomstig het model van bijlage III (hierna "het diergezondheidscertificaat" genoemd);

f) de vogels worden met een individueel identificatienummer geïdentificeerd door middel van een naadloze, gesloten pootring of een microchip met een uniek nummer overeenkomstig artikel 66, lid 2, van Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie [7];

g) het individuele identificatienummer van de onder f), bedoelde pootringen of microchips moet ten minste de volgende informatie bevatten:

- de ISO-code van het exporterende derde land dat de identificatie verricht;

- een uniek serienummer;

h) het onder f) bedoelde individuele identificatienummer moet op het diergezondheidscertificaat worden vermeld;

i) de vogels worden vervoerd in nieuwe containers die aan de buitenkant individueel zijn geïdentificeerd met een identificatienummer dat overeenstemt met het op het diergezondheidscertificaat vermelde identificatienummer.

Artikel 6

Erkende quarantainevoorzieningen en -stations

1. De lijst van de erkende quarantainevoorzieningen en -stations die voldoen aan de minimumvoorschriften van bijlage IV is opgenomen in bijlage V.

2. De lidstaten verstrekken de Commissie en de andere lidstaten een lijst met:

a) de erkenningsnummers van de erkende quarantainevoorzieningen en -stations op hun grondgebied; en

b) de benaming en het Traces-nummer van de voor die voorzieningen of stations verantwoordelijke LVE.

Artikel 7

Direct vervoer van de vogels naar erkende quarantainevoorzieningen of -stations

De vogels worden in kooien of kratten direct van de grensinspectiepost naar een erkende quarantainevoorziening of een erkend quarantainestation vervoerd.

De totale reistijd van die post naar die quarantainevoorziening of dat quarantainestation mag normaliter niet meer bedragen dan negen uur.

Wanneer voor deze reis voertuigen worden gebruikt, worden deze door de bevoegde autoriteit met een onvervalsbaar zegel verzegeld.

Artikel 8

Verklaring

De importeurs of hun vertegenwoordigers verstrekken een schriftelijke verklaring in een officiële taal van de lidstaat van binnenkomst, die is ondertekend door de voor de quarantainevoorziening of het quarantainestation verantwoordelijke persoon, waarin wordt verklaard dat de vogels daar in quarantaine zullen worden genomen.

Deze verklaring:

a) vermeldt duidelijk de naam, het adres en het erkenningsnummer van de quarantainevoorziening of het quarantainestation;

b) wordt per e-mail of per fax naar de grensinspectiepost gestuurd voordat de zending daar aankomt of wordt door de importeur of diens vertegenwoordiger overgelegd voordat de vogels de grensinspectiepost verlaten.

Artikel 9

Doorvoer van vogels in de Gemeenschap

Wanneer vogels in de Gemeenschap worden binnengebracht via een andere lidstaat dan de lidstaat van bestemming, worden alle maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de zending in het beoogde land van bestemming aankomt.

Artikel 10

Monitoring van het vervoer van de vogels

1. Wanneer de communautaire wetgeving voorziet in de monitoring van de vogels vanaf de grensinspectiepost tot de erkende quarantainevoorziening of het erkende quarantainestation op de plaats van bestemming, wordt de volgende informatie uitgewisseld:

a) de voor de grensinspectiepost verantwoordelijke officiële dierenarts stelt de voor de erkende quarantainevoorziening of het erkende quarantainestation op de plaats van bestemming verantwoordelijke bevoegde autoriteit in kennis van de plaats van oorsprong en de plaats van bestemming van de vogels via het Traces-netwerk;

b) de voor de erkende quarantainevoorziening of het erkende quarantainestation van bestemming verantwoordelijke persoon stelt binnen één werkdag na de datum van aankomst van de zending in de quarantainevoorziening of het quarantainestation de voor de erkende quarantainevoorziening of het erkende quarantainestation op de plaats van bestemming verantwoordelijke officiële dierenarts per e-mail of fax in kennis van de aankomst van de zending op haar plaats van bestemming;

c) de voor de erkende quarantainevoorziening of het erkende quarantainestation op de plaats van bestemming van de zending verantwoordelijke officiële dierenarts stelt via het Traces-netwerk binnen drie werkdagen na de datum van aankomst van de zending in de quarantainevoorziening of het quarantainestation de voor de grensinspectiepost verantwoordelijke officiële dierenarts die hem in kennis heeft gesteld van de verzending van de zending, in kennis van de aankomst van de zending op haar plaats van bestemming.

2. Als aan de bevoegde autoriteit die voor de grensinspectiepost verantwoordelijk is, wordt bevestigd dat de vogels die volgens de verklaring bestemd waren voor een erkende quarantainevoorziening of een erkend quarantainestation niet binnen drie werkdagen na de geraamde datum van aankomst van de zending in de quarantainevoorziening of het quarantainestation zijn aangekomen, neemt de bevoegde autoriteit ten aanzien van de voor de zending verantwoordelijke persoon passende maatregelen.

Artikel 11

Quarantainebepalingen

1. De vogels worden gedurende minstens 30 dagen in een erkende quarantainevoorziening of een erkend quarantainestation in quarantaine gehouden (hierna "de quarantaine" genoemd).

2. Ten minste aan het begin en aan het einde van de quarantaine van elke zending inspecteert de officiële dierenarts de quarantaineomstandigheden, in het kader waarvan hij onder andere de gegevens met betrekking tot sterfgevallen bekijkt en een klinisch onderzoek verricht bij de vogels in de erkende quarantainevoorziening of in elke eenheid van het erkende quarantainestation.

De officiële dierenarts voert echter vaker inspecties uit, als de ziektesituatie dit vereist.

Artikel 12

Uit te voeren onderzoeken, bemonsteringen en tests in verband met een zending tijdens de quarantaine

1. Na aankomst van de vogels in quarantaine worden de onderzoek-, bemonsterings- en testprocedures voor aviaire influenza en de ziekte van Newcastle, als vastgesteld in bijlage VI, uitgevoerd.

2. Wanneer verklikkervogels worden gebruikt, wordt gebruikgemaakt van minimaal tien verklikkervogels in de erkende quarantainevoorziening of in elke eenheid van het erkende quarantainestation.

3. Voor onderzoek-, bemonsterings- en testprocedures gebruikte verklikkervogels:

a) zijn ten minste drie weken oud en worden slechts één keer voor die doeleinden gebruikt;

b) zijn van een identificatiering aan de poot of een ander niet-afneembaar identificatiemerk voorzien;

c) zijn niet ingeënt en zijn binnen een periode van 14 dagen vóór het begin van de quarantaine seronegatief bevonden voor aviaire influenza en de ziekte van Newcastle;

d) worden in de erkende quarantainevoorziening of in een eenheid van het erkende quarantainestation vóór de aankomst van de vogels in de gemeenschappelijke luchtruimte zo dicht mogelijk bij de vogels ondergebracht zodat wordt gezorgd voor een nauw contact tussen de verklikkervogels en de uitwerpselen van de vogels in quarantaine.

Artikel 13

Maatregelen ingeval het vermoeden bestaat dat in een erkende quarantainevoorziening of een erkend quarantainestation een ziekte heerst

1. Indien tijdens de quarantaine in een erkende quarantainevoorziening het vermoeden bestaat dat een of meer vogels en/of verklikkervogels met aviaire influenza of de ziekte van Newcastle zijn besmet, worden de volgende maatregelen genomen:

a) er worden van die vogels en verklikkervogels monsters voor virologisch onderzoek, als bedoeld in punt 2 van bijlage VI, genomen en die monsters worden dienovereenkomstig geanalyseerd;

b) al die vogels en verklikkervogels worden gedood en vernietigd;

c) de erkende quarantainevoorziening wordt gereinigd en ontsmet;

d) er worden geen vogels in de erkende quarantainevoorziening binnengebracht tot 21 dagen na de definitieve reiniging en ontsmetting.

2. Indien tijdens de quarantaine in een erkend quarantainestation het vermoeden bestaat dat een of meer vogels en/of verklikkervogels in een eenheid van het quarantainestation met aviaire influenza of de ziekte van Newcastle zijn besmet, worden de volgende maatregelen genomen:

a) er worden van die vogels en verklikkervogels monsters voor virologisch onderzoek, als bedoeld in punt 2 van bijlage VI, genomen en die monsters worden dienovereenkomstig geanalyseerd;

b) al die vogels en verklikkervogels worden gedood en vernietigd;

c) de betrokken eenheid wordt gereinigd en ontsmet;

d) de volgende monsters worden genomen:

i) wanneer verklikkervogels worden gebruikt, moeten op zijn vroegst 21 dagen na de definitieve reiniging en ontsmetting van de betrokken eenheid van de verklikkervogels in de andere quarantaine-eenheden monsters voor serologisch onderzoek, als bedoeld in bijlage VI, worden genomen, of

ii) wanneer geen verklikkervogels worden gebruikt, moeten tijdens de periode van 7 tot 15 dagen na de definitieve reiniging en ontsmetting van de vogels in de andere quarantaine-eenheden monsters voor virologisch onderzoek, als bedoeld in punt 2 van bijlage VI, worden genomen;

e) er mogen geen vogels het betrokken erkende quarantainestation verlaten totdat uit de onderzoeken van de onder d) bedoelde monsters een negatief resultaat blijkt.

3. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de uit hoofde van dit artikel genomen maatregelen.

Artikel 14

Afwijkingen ingeval de onderzoeken naar laagpathogene aviaire influenza en de ziekte van Newcastle in een erkende quarantainevoorziening of een erkend quarantainestation positieve resultaten opleveren

1. Wanneer tijdens de quarantaine een of meer vogels en/of verklikkervogels besmet blijken te zijn met laagpathogene aviaire influenza (LPAI) of de ziekte van Newcastle, mag de bevoegde autoriteit op grond van een risicobeoordeling afwijkingen van de in artikel 13, lid 1, onder b), en lid 2, onder b), bedoelde maatregelen toestaan, mits deze afwijkingen de bestrijding van de ziekte niet in gevaar brengen (hierna "afwijkingen" genoemd).

De lidstaten stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van dergelijke afwijkingen.

2. Wanneer een officiële dierenarts een inspectie uitvoert in een erkende quarantainevoorziening of een erkend quarantainestation waarvoor een afwijking is toegestaan, en een of meer vogels en/of verklikkervogels besmet blijken te zijn met LPAI of de ziekte van Newcastle, worden de in de leden 3 tot en met 7 vastgestelde maatregelen uitgevoerd.

De lidstaten stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van dergelijke maatregelen.

3. Ingeval de onderzoeken positieve resultaten in verband met LPAI opleveren, moeten in plaats van de standaardmonsters, als bedoeld in het diagnosehandboek, 21 dagen na de datum van het laatste positieve LPAI-resultaat in de erkende quarantainevoorziening of uit elke eenheid van het erkende quarantainestation en met tussenpozen van 21 dagen de volgende monsters voor laboratoriumtests worden genomen:

a) monsters van alle dode verklikkervogels of andere vogels die ten tijde van de bemonstering aanwezig zijn;

b) trachea-/orofarynxswabs en cloacaswabs van ten minste 60 vogels of van alle vogels wanneer er minder dan 60 aanwezig zijn in de erkende quarantainevoorziening of de betrokken eenheid van het erkende quarantainestation; of, als het gaat om kleine, exotische vogels die niet gewend zijn om vastgepakt te worden of om vogels waarvan het vastpakken gevaar voor mensen zou opleveren, verse fecesmonsters; de bemonstering en de laboratoriumtests van deze monsters moeten worden voortgezet totdat twee achtereenvolgende negatieve laboratoriumresultaten met een tussenpoos van ten minste 21 dagen worden verkregen.

De bevoegde autoriteit kan echter op basis van de uitkomst van een risicobeoordeling afwijkingen van de in dit lid bedoelde monstergrootte toestaan.

4. Ingeval de onderzoeken positieve resultaten in verband met de ziekte van Newcastle opleveren, kan de bevoegde autoriteit alleen een afwijking toestaan als in de 30 dagen na de dood of het klinisch herstel van het laatste geval van die ziekte een bemonstering overeenkomstig de punten 1 en 2 van bijlage VI, waarbij geen rekening is gehouden met de daarin vermelde termijn, met negatieve resultaten is uitgevoerd.

5. De vogels mogen pas uit quarantaine worden vrijgegeven, als de in lid 3 bedoelde periode voor de laboratoriumtests is verstreken.

6. De erkende quarantainevoorziening of de betrokken eenheid van het erkende quarantainestation wordt gereinigd en ontsmet nadat zij is leeggemaakt. Alle mogelijk besmet materiaal en afval wordt op zodanige wijze verwijderd dat ervoor wordt gezorgd dat de pathogeen niet wordt verspreid en op zodanige wijze wordt vernietigd dat het aanwezige virus van LPAI of de ziekte van Newcastle en al het afval dat tijdens de in lid 3 bedoelde periode voor de laboratoriumtests is geproduceerd, met zekerheid geïnactiveerd is.

7. De erkende quarantainevoorziening of het erkende quarantainestation mag niet herbevolkt worden gedurende een termijn van 21 dagen na de datum waarop de definitieve reiniging en ontsmetting overeenkomstig lid 6 voltooid zijn.

Artikel 15

Maatregelen wanneer chlamydiose vermoed wordt

Indien tijdens de quarantaine in een erkende quarantainevoorziening of een erkend quarantainestation bij papegaaiachtigen besmetting met Chlamydophyla psittaci wordt vermoed of vastgesteld, worden alle vogels van de zending behandeld met een door de bevoegde autoriteit goedgekeurde methode en wordt de quarantaine verlengd met ten minste twee maanden, te rekenen vanaf het laatst vastgestelde geval.

Artikel 16

Vrijgave uit quarantaine

De vogels worden alleen met schriftelijke toestemming van een officiële dierenarts vrijgegeven uit quarantaine in een erkende quarantainevoorziening of een erkend quarantainestation.

Artikel 17

Kennisgevings- en verslagleggingsvoorschriften

1. De lidstaten delen de Commissie binnen 24 uur elk geval van aviaire influenza of de ziekte van Newcastle mee, dat in een erkende quarantainevoorziening of een erkend quarantainestation is ontdekt.

2. De lidstaten delen de Commissie jaarlijks de volgende gegevens mee:

a) het aantal via erkende quarantainevoorzieningen of -stations ingevoerde vogels naar soort en naar erkend vermeerderingsbedrijf van oorsprong;

b) gegevens over het sterftecijfer voor ingevoerde vogels, vanaf de veterinaire certificeringsprocedure in het land van oorsprong tot het einde van de quarantaineperiode;

c) het aantal positieve gevallen van aviaire influenza, ziekte van Newcastle en Chlamydophyla psittaci in erkende quarantainevoorzieningen of -stations.

Artikel 18

Kosten in verband met de quarantaine

Alle uit de toepassing van deze verordening voortvloeiende quarantainekosten zijn voor rekening van de importeur.

Artikel 19

Intrekkingen

De Beschikkingen 2000/666/EG en 2005/760/EG worden ingetrokken.

Artikel 20

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.


Gedaan te Brussel, 23 maart 2007.

Voor de Commissie

Markos Kyprianou

Lid van de Commissie

[1] PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/104/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 352).

[2] PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/68/EG (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 321); gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2006, blz. 128.

[3] PB L 278 van 31.10.2000, blz. 26. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2002/279/EG (PB L 99 van 16.4.2002, blz. 17).

[4] PB L 285 van 28.10.2005, blz. 60. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/183/EG (zie bladzijde 44 van dit Publicatieblad).

[5] PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16.

[6] PB L 237 van 31.8.2006, blz. 1.

[7] PB L 166 van 19.6.2006, blz. 1.

--------------------------------------------------

BIJLAGE I

LIJST VAN DERDE LANDEN DIE HET DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT IN BIJLAGE III KUNNEN GEBRUIKEN

Derde landen of delen daarvan, als opgenomen in de kolommen 1 en 3 van de tabel in deel 1 van bijlage I bij Beschikking 2006/696/EG van de Commissie [1], waarbij kolom 4 van die tabel voorziet in een model van veterinair certificaat voor fok- of gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels (BPP).

[1] PB L 295 van 25.10.2006, blz. 1.

--------------------------------------------------

BIJLAGE II

VOORSCHRIFTEN VOOR DE ERKENNING VAN VERMEERDERINGSBEDRIJVEN IN DE DERDE LANDEN VAN OORSPRONG, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4

HOOFDSTUK 1

Erkenning van vermeerderingsbedrijven

Om erkend te worden overeenkomstig artikel 4 moet een vermeerderingsbedrijf aan de in dit hoofdstuk vastgestelde voorschriften voldoen.

1. Het vermeerderingsbedrijf moet duidelijk afgebakend en van de omgeving gescheiden zijn of de dieren moeten opgesloten zitten of zo gehuisvest zijn dat er geen enkel gezondheidsrisico is voor dierbedrijven waarvan de gezondheidsstatus in het gedrang zou kunnen komen.

2. Het moet beschikken over de nodige voorzieningen om dieren te vangen, op te sluiten en te isoleren, alsmede over passende erkende quarantainevoorzieningen en erkende procedures voor dieren die afkomstig zijn uit niet-erkende bedrijven.

3. De voor het vermeerderingsbedrijf verantwoordelijke persoon moet beschikken over de nodige ervaring met het fokken van vogels.

4. Het vermeerderingsbedrijf moet vrij zijn van aviaire influenza, ziekte van Newcastle en Chlamydophyla psittaci; om het bedrijf vrij van deze ziekten te kunnen verklaren, beoordeelt de bevoegde autoriteit de met betrekking tot de diergezondheidsstatus geregistreerde gegevens over ten minste de drie aan de datum van de aanvraag om erkenning voorafgaande jaren en de resultaten van de klinische onderzoeken en de laboratoriumtests die zijn verricht bij de dieren in het bedrijf. Nieuwe vermeerderingsbedrijven worden echter alleen erkend op grond van de resultaten van de klinische onderzoeken en de laboratoriumtests die zijn verricht bij de dieren in deze bedrijven.

5. Het bedrijf moet gegevens bewaren over:

a) het aantal en de identiteit (leeftijd, geslacht, soort en individueel identificatienummer voorzover dat mogelijk is) van alle dieren in het vermeerderingsbedrijf, per soort;

b) het aantal en de identiteit (leeftijd, geslacht, soort en individueel identificatienummer voorzover dat mogelijk is) van de dieren die in het vermeerderingsbedrijf worden binnengebracht of die het bedrijf verlaten, tezamen met informatie over herkomst en bestemming, het vervoer van en naar het vermeerderingsbedrijf en de gezondheidsstatus van de dieren;

c) de resultaten van bloedtests of andere diagnostische procedures;

d) ziektegevallen en, in voorkomend geval, de toegepaste behandeling;

e) de resultaten van de secties die zijn verricht bij dieren die in het vermeerderingsbedrijf zijn gestorven, met inbegrip van doodgeboren dieren;

f) tijdens de isolatie- of de quarantaineperiode gedane observaties.

6. Het vermeerderingsbedrijf moet een overeenkomst hebben met een bevoegd laboratorium voor het verrichten van de secties, dan wel beschikken over één of meer daarvoor geschikte gebouwen waar deze secties kunnen worden uitgevoerd door een bevoegd persoon onder de verantwoordelijkheid van de erkende dierenarts.

7. Het vermeerderingsbedrijf moet de nodige afspraken hebben gemaakt of ter plaatse over de nodige voorzieningen beschikken voor het verwijderen van de karkassen van dieren die zijn gestorven als gevolg van een ziekte of die zijn geëuthanaseerd.

8. Het vermeerderingsbedrijf moet ervoor zorgen dat, op grond van een contract of een ander rechtsgeldig instrument, een beroep kan worden gedaan op de diensten van een dierenarts die is erkend en wordt gecontroleerd door de bevoegde autoriteit van het exporterende derde land en die:

a) erop toeziet dat, met inachtneming van de diergezondheidssituatie in het betrokken land, adequate maatregelen inzake surveillance en bestrijding van ziekten worden goedgekeurd door de bevoegde autoriteit en worden toegepast in het vermeerderingsbedrijf. Deze maatregelen omvatten:

i) een jaarlijks ziektesurveillanceplan, in het kader waarvan de dieren onder meer op adequate wijze worden gecontroleerd op zoönosen;

ii) klinisch onderzoek, laboratoriumtests en secties bij dieren waarvan vermoed wordt dat ze met een overdraagbare ziekte zijn besmet;

iii) indien nodig, inenting van gevoelige dieren tegen besmettelijke ziekten overeenkomstig het Manual for diagnostic tests and vaccines for Terrestrial Animals (handboek inzake normen voor diagnostische tests en vaccins voor landdieren) van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE);

b) erop toeziet dat elk verdacht overlijden of elke aanwezigheid van enig ander symptoom waaruit zou kunnen blijken dat dieren met aviaire influenza, de ziekte van Newcastle of Chlamydophyla psittaci zijn besmet, onverwijld bij de bevoegde autoriteit van het derde land wordt gemeld;

c) erop toeziet dat de dieren die in het vermeerderingsbedrijf worden binnengebracht, zo nodig worden geïsoleerd overeenkomstig de voorschriften van deze verordening en de eventueel door de bevoegde autoriteit gegeven instructies;

d) verantwoordelijk is voor de dagelijkse naleving van de veterinairrechtelijke voorschriften van deze verordening en de communautaire wetgeving inzake het welzijn van dieren tijdens het vervoer.

9. Als in het vermeerderingsbedrijf dieren worden gefokt die zijn bestemd voor laboratoria die proeven verrichten, moet de algemene verzorging en de huisvesting van deze dieren voldoen aan de voorschriften van artikel 5 van Richtlijn 86/609/EEG van de Raad [1].

HOOFDSTUK 2

Behoud van de erkenning van de vermeerderingsbedrijven

De vermeerderingsbedrijven blijven slechts erkend als zij aan de voorwaarden van dit hoofdstuk voldoen.

1. Het bedrijf staat onder de controle van een officiële dierenarts van de bevoegde autoriteit, die:

a) erop toeziet dat de voorschriften van deze verordening worden nageleefd;

b) de gebouwen van het vermeerderingsbedrijf ten minste één keer per jaar bezoekt;

c) de activiteit van de erkende dierenarts en de uitvoering van het jaarlijkse ziektesurveillanceplan controleert;

d) nagaat of uit de resultaten van het klinisch onderzoek, de sectie en de laboratoriumtests die bij de dieren zijn verricht, geen besmetting met aviaire influenza, de ziekte van Newcastle of Chlamydophyla psittaci is gebleken.

2. Slechts dieren die afkomstig zijn van een ander erkend vermeerderingsbedrijf worden in het vermeerderingsbedrijf binnengebracht, overeenkomstig de voorschriften van deze verordening.

3. Het vermeerderingsbedrijf bewaart de in punt 5 van hoofdstuk 1 vermelde gegevens gedurende een periode van ten minste tien jaar na de datum van erkenning.

HOOFDSTUK 3

Quarantaine van vogels die worden binnengebracht uit andere bronnen dan erkende vermeerderingsbedrijven

In afwijking van punt 2 van hoofdstuk 2 mogen uit andere bronnen dan erkende vermeerderingsbedrijven binnengebrachte vogels in een vermeerderingsbedrijf worden binnengebracht nadat door de bevoegde autoriteit toestemming daartoe is verleend, mits deze dieren overeenkomstig de instructies van de bevoegde autoriteit in quarantaine worden geplaatst voordat zij aan het bestaande dierenbestand worden toegevoegd. De quarantaineperiode moet ten minste 30 dagen bedragen.

HOOFDSTUK 4

Opschorting, intrekking of herverlening van de erkenning van een vermeerderingsbedrijf

De procedures voor de opschorting, intrekking of herverlening van de erkenning van een vermeerderingsbedrijf moeten voldoen aan de voorschriften van dit hoofdstuk.

1. Wanneer de bevoegde autoriteit vindt dat een vermeerderingsbedrijf niet meer voldoet aan de voorschriften van de hoofdstukken 1 en 2 of wanneer er een verandering in het gebruik heeft plaatsgevonden waardoor het bedrijf niet meer uitsluitend voor het fokken van vogels wordt gebruikt, schort zij de erkenning van dat bedrijf op of trekt zij de erkenning in.

2. Wanneer de bevoegde autoriteit in kennis is gesteld van de vermoedelijke besmetting met aviaire influenza, de ziekte van Newcastle of Chlamydophyla psittaci, schort zij de erkenning van het vermeerderingsbedrijf op totdat het vermoeden officieel is weerlegd. Zij ziet erop toe dat de nodige maatregelen worden genomen om het vermoeden te bevestigen of te weerleggen en om verspreiding van de ziekte tegen te gaan, overeenkomstig de voorschriften van de communautaire wetgeving inzake de maatregelen die moeten worden genomen tegen de desbetreffende ziekte en inzake het handelsverkeer in dieren.

3. Wanneer de vermoede ziekte wordt bevestigd, mag de bevoegde autoriteit het vermeerderingsbedrijf alleen opnieuw overeenkomstig hoofdstuk 1 erkennen na:

a) de uitroeiing van de ziekte en de bron van besmetting in het vermeerderingsbedrijf;

b) de passende reiniging en ontsmetting van het vermeerderingsbedrijf;

c) de naleving van de voorschriften van hoofdstuk 1 van deze bijlage, met uitzondering van punt 4.

4. De bevoegde autoriteit stelt de Commissie onmiddellijk in kennis van de opschorting, intrekking of herverlening van de erkenning van een vermeerderingsbedrijf.

[1] PB L 358 van 18.12.1986, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 230 van 16.9.2003, blz. 32).

--------------------------------------------------

BIJLAGE III

Als bedoeld in punt e) van artikel 5

DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT

voor de invoer van bepaalde vogels, met uitzondering van pluimvee, bestemd voor verzending naar de Gemeenschap

+++++ TIFF +++++

+++++ TIFF +++++

+++++ TIFF +++++

--------------------------------------------------

BIJLAGE IV

als bedoeld in artikel 6

MINIMUMVOORSCHRIFTEN VOOR ERKENDE QUARANTAINEVOORZIENINGEN EN -STATIONS VOOR VOGELS

Erkende quarantainevoorzieningen en -stations moeten voldoen aan de voorschriften van de hoofdstukken 1 en 2.

HOOFDSTUK 1

Bouw en uitrusting van quarantainevoorzieningen of -stations

1. De quarantainevoorziening of het quarantainestation moet bestaan uit een of meer afzonderlijke gebouwen, die gescheiden van andere pluimveebedrijven en andere vogelbedrijven zijn opgetrokken op een afstand die door de bevoegde autoriteit is vastgesteld op grond van een risicobeoordeling die rekening houdt met de epidemiologie van aviaire influenza en de ziekte van Newcastle. De toegangsdeuren moeten afsluitbaar zijn en zijn voorzien van borden met de tekst: "QUARANTAINE — Geen toegang voor onbevoegden".

2. De lucht mag niet van de ene quarantaine-eenheid van het quarantainestation naar de andere kunnen stromen.

3. De quarantainevoorziening of het quarantainestation moet vrij zijn van vogels, vliegen en ongedierte en moet luchtdicht kunnen worden afgesloten om te kunnen worden gefumigeerd.

4. De erkende quarantainevoorziening en elke eenheid van een erkend quarantainestation moet beschikken over voorzieningen voor het wassen van de handen.

5. Alle toegangsdeuren van de erkende quarantainevoorziening en elke eenheid van een erkend quarantainestation moeten van het sluistype zijn.

6. Alle in- en uitgangen van de erkende quarantainevoorziening en de verschillende eenheden van een erkend quarantainestation moeten uitgerust zijn met een hygiënebarrière.

7. Alle installaties moeten zodanig zijn gebouwd dat ze kunnen worden gereinigd en ontsmet.

8. De voorraadruimte voor het voeder moet vrij zijn van vogels en knaagdieren, en tegen insecten zijn beschermd.

9. Er moet een afvalcontainer aanwezig zijn die moet kunnen worden afgesloten voor vogels en knaagdieren.

10. Er moet een koel- en/of vriesinrichting aanwezig zijn voor het opslaan van dode dieren.

HOOFDSTUK 2

Beheersvoorschriften

1. Erkende quarantainevoorzieningen moeten:

a) beschikken over een efficiënt controlesysteem om op passende wijze toezicht te houden op de dieren;

b) onder toezicht en gezag van de officiële dierenarts staan;

c) worden gereinigd en ontsmet volgens een programma dat door de bevoegde autoriteit is goedgekeurd; na de reiniging en ontsmetting dient een passende periode van leegstand in acht te worden genomen; de gebruikte ontsmettingsmiddelen moeten door de bevoegde autoriteit daartoe goedgekeurd zijn.

2. Voor elke zending in quarantaine geplaatste vogels gelden de volgende voorschriften:

a) de erkende quarantainevoorziening of de eenheid van een erkend quarantainestation moet worden gereinigd en ontsmet en daarna vrij van vogels worden gehouden gedurende ten minste zeven dagen voordat de ingevoerde vogels er worden binnengebracht;

b) de zending vogels moet afkomstig zijn van een enkel erkend vermeerderingsbedrijf in het derde land van oorsprong en over een periode van niet meer dan 48 uur worden binnengebracht;

c) de quarantaineperiode moet ingaan wanneer de laatste vogel wordt binnengebracht;

d) de erkende quarantainevoorziening of de eenheid van een erkend quarantainestation moet aan het einde van de quarantaineperiode worden leeggemaakt, gereinigd en ontsmet.

3. Er worden voorzorgsmaatregelen genomen om kruisverontreiniging van inkomende en buitengaande zendingen te voorkomen.

4. Onbevoegden hebben geen toegang tot de erkende quarantainevoorziening of het erkende quarantainestation.

5. Alle personen die de erkende quarantainevoorziening of het erkende quarantainestation betreden, moeten beschermende kleding, inclusief beschermend schoeisel, dragen.

6. Er mogen geen contacten tussen personen plaatsvinden waardoor verontreiniging tussen erkende quarantainevoorzieningen of eenheden van erkende quarantainestations kan worden veroorzaakt.

7. Er moet adequaat reinigings- en ontsmettingsmateriaal voorhanden zijn.

8. Indien identificatie met behulp van een microchip wordt toegepast, moet in de erkende quarantainevoorziening of het erkende quarantainestation een passend leestoestel voor microchips aanwezig zijn.

9. De voor het vervoer gebruikte kooien en kratten moeten in de erkende quarantainevoorziening of het erkende quarantainestation worden gereinigd en ontsmet, tenzij zij worden vernietigd. Voor hergebruik bestemde kooien en kratten moeten vervaardigd zijn van materiaal dat effectief kan worden gereinigd en ontsmet. De kooien en kratten moeten zodanig worden vernietigd dat ziekteverwekkers zich niet kunnen verspreiden.

10. Afval wordt regelmatig verzameld, opgeslagen in de afvalcontainer en vervolgens zodanig behandeld dat ziekteverwekkers zich niet kunnen verspreiden.

11. Vogelkadavers moeten worden onderzocht in een officieel, door de bevoegde autoriteit aangewezen laboratorium.

12. De nodige analysen en behandelingen van vogels moeten worden uitgevoerd in overleg met en onder toezicht van de officiële dierenarts.

13. De officiële dierenarts moet ervan in kennis gesteld worden wanneer vogels en/of verklikkervogels tijdens de quarantaine door een ziekte worden getroffen of sterven.

14. De voor de erkende quarantainevoorziening of het erkende quarantainestation verantwoordelijke persoon moet de volgende gegevens bewaren:

a) voor elke zending: de datum van aankomst en vertrek van de vogels, het aantal en de soort;

b) een kopie van de gezondheidscertificaten en de gemeenschappelijke veterinaire documenten van binnenkomst die de ingevoerde vogels vergezellen;

c) de individuele identificatienummers van de ingevoerde vogels en, in geval van identificatie met behulp van een microchip, gegevens over het type microchip en de gebruikte lezer;

d) als in de quarantainevoorziening of het quarantainestation verklikkervogels worden gebruikt, het aantal en de plaats van de verklikkervogels in de quarantainevoorziening of het quarantainestation;

e) relevante informatie: zoals gevallen van ziekte en sterftecijfers op dagbasis;

f) data en resultaten van de tests;

g) data waarop behandelingen hebben plaatsgevonden en type behandeling;

h) personen die de quarantainevoorziening of het quarantainestation betreden of verlaten.

15. De in punt 14 bedoelde gegevens moeten gedurende ten minste tien jaar worden bewaard.

HOOFDSTUK 3

Opschorting, intrekking of herverlening van de erkenning van quarantainevoorzieningen en quarantainestations

De procedures voor de gedeeltelijke of volledige opschorting, intrekking of herverlening van de erkenning van quarantainevoorzieningen en quarantainestations moeten voldoen aan de voorschriften van dit hoofdstuk.

1. Wanneer de bevoegde autoriteit vindt dat een quarantainevoorziening of een quarantainestation niet meer voldoet aan de voorschriften van de hoofdstukken 1 en 2 of wanneer er een verandering in het gebruik heeft plaatsgevonden waardoor artikel 3, onder e) en f), niet meer van toepassing is, stelt zij de Commissie daarvan in kennis. Deze quarantainevoorzieningen of quarantainestations mogen als gevolg daarvan niet meer voor invoer worden gebruikt.

2. Aan een quarantainevoorziening of een quarantainestation wordt slechts een nieuwe erkenning verleend als aan de voorschriften van de hoofdstukken 1 en 2 wordt voldaan.

BIJLAGE V

LIJST VAN DE ERKENDE VOORZIENINGEN EN STATIONS, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 6, LID 1

ISO-landcode | Naam van het land | Erkenningsnummer quarantainevoorziening of -station |

AT | OOSTENRIJK | AT OP Q1 |

AT | OOSTENRIJK | AT-NK-Q-1 |

AT | OOSTENRIJK | AT-KO-Q1 |

AT | OOSTENRIJK | AT-3-ME-Q1 |

AT | OOSTENRIJK | AT-4-KI-Q1 |

AT | OOSTENRIJK | AT 4 WL Q 1 |

AT | OOSTENRIJK | AT-4-VB-Q1 |

AT | OOSTENRIJK | AT 6 10 Q 1 |

AT | OOSTENRIJK | AT 6 04 Q 1 |

BE | BELGIË | BE VQ 1003 |

BE | BELGIË | BE VQ 1010 |

BE | BELGIË | BE VQ 1011 |

BE | BELGIË | BE VQ 1012 |

BE | BELGIË | BE VQ 1013 |

BE | BELGIË | BE VQ 1016 |

BE | BELGIË | BE VQ 1017 |

BE | BELGIË | BE VQ 3001 |

BE | BELGIË | BE VQ 3008 |

BE | BELGIË | BE VQ 3014 |

BE | BELGIË | BE VQ 3015 |

BE | BELGIË | BE VQ 4009 |

BE | BELGIË | BE VQ 4017 |

BE | BELGIË | BE VQ 7015 |

CY | CYPRUS | CB 0011 |

CY | CYPRUS | CB 0012 |

CY | CYPRUS | CB 0061 |

CY | CYPRUS | CB 0013 |

CY | CYPRUS | CB 0031 |

CZ | TSJECHIË | 21750005 |

CZ | TSJECHIË | 21750016 |

CZ | TSJECHIË | 21750027 |

CZ | TSJECHIË | 21750038 |

CZ | TSJECHIË | 32750007 |

CZ | TSJECHIË | 61750009 |

CZ | TSJECHIË | 62750011 |

CZ | TSJECHIË | 71750000 |

CZ | TSJECHIË | 71750011 |

DE | DUITSLAND | BW-1 |

DE | DUITSLAND | BY-1 |

DE | DUITSLAND | BY-2 |

DE | DUITSLAND | BY-3 |

DE | DUITSLAND | BY-4 |

DE | DUITSLAND | HE-1 |

DE | DUITSLAND | NI-1 |

DE | DUITSLAND | NI-2 |

DE | DUITSLAND | NI-3 |

DE | DUITSLAND | NW-1 |

DE | DUITSLAND | NW-2 |

DE | DUITSLAND | NW-3 |

DE | DUITSLAND | NW-4 |

DE | DUITSLAND | NW-5 |

DE | DUITSLAND | NW-6 |

DE | DUITSLAND | NW-7 |

DE | DUITSLAND | NW-8 |

DE | DUITSLAND | RP-1 |

DE | DUITSLAND | SN-1 |

DE | DUITSLAND | SN-2 |

DE | DUITSLAND | ST-1 |

DE | DUITSLAND | SH-1 |

DE | DUITSLAND | TH-1 |

DE | DUITSLAND | TH-2 |

DK | DENEMARKEN | DK-VQB-2002-001 |

ES | SPANJE | ES01/02/05 |

ES | SPANJE | ES01/02/01 |

ES | SPANJE | ES05/02/12 |

ES | SPANJE | ES05/03/13 |

ES | SPANJE | ES07/02/02 |

ES | SPANJE | ES08/02/03 |

ES | SPANJE | ES09/02/09 |

ES | SPANJE | ES09/02/10 |

ES | SPANJE | ES13/02/08 |

ES | SPANJE | ES15/02/06 |

ES | SPANJE | ES17/02/07 |

ES | SPANJE | ES04/03/11 |

ES | SPANJE | ES04/03/14 |

ES | SPANJE | ES09/03/15 |

ES | SPANJE | ES01/04/16 |

ES | SPANJE | ES09/04/17 |

ES | SPANJE | ES09/06/18 |

FR | FRANKRIJK | 38.193.01 |

GR | GRIEKENLAND | GR.1 |

GR | GRIEKENLAND | GR.2 |

HU | HONGARIJE | HU12MK001 |

IE | IERLAND | IRL-HBQ-1-2003 Unit A |

IT | ITALIË | 003AL707 |

IT | ITALIË | 305/B/743 |

IT | ITALIË | 132BG603 |

IT | ITALIË | 170BG601 |

IT | ITALIË | 233BG601 |

IT | ITALIË | 068CR003 |

IT | ITALIË | 006FR601 |

IT | ITALIË | 054LCO22 |

IT | ITALIË | I — 19/ME/01 |

IT | ITALIË | 119RM013 |

IT | ITALIË | 006TS139 |

IT | ITALIË | 133VA023 |

MT | MALTA | BQ 001 |

NL | NEDERLAND | NL-13000 |

NL | NEDERLAND | NL-13001 |

NL | NEDERLAND | NL-13002 |

NL | NEDERLAND | NL-13003 |

NL | NEDERLAND | NL-13004 |

NL | NEDERLAND | NL-13005 |

NL | NEDERLAND | NL-13006 |

NL | NEDERLAND | NL-13007 |

NL | NEDERLAND | NL-13008 |

NL | NEDERLAND | NL-13009 |

NL | NEDERLAND | NL-13010 |

PL | POLEN | 14084501 |

PT | PORTUGAL | 05.01/CQA |

PT | PORTUGAL | 01.02/CQA |

--------------------------------------------------

BIJLAGE VI

ONDERZOEK-, BEMONSTERINGS- EN TESTPROCEDURES VOOR AVIAIRE INFLUENZA EN DE ZIEKTE VAN NEWCASTLE

1. Tijdens de quarantaine moeten hetzij de verklikkervogels, hetzij, wanneer geen verklikkervogels worden gebruikt, de ingevoerde vogels aan de volgende procedures worden onderworpen:

a) Met gebruik van verklikkervogels:

i) bij alle verklikkervogels worden bloedmonsters voor serologisch onderzoek genomen niet minder dan 21 dagen nadat zij in quarantaine zijn geplaatst en ten minste drie dagen vóór het einde van de quarantaine;

ii) wanneer het serologisch onderzoek van de onder i) bedoelde monsters van de verklikkervogels een positief resultaat oplevert of geen uitsluitsel geeft, moet bij de ingevoerde vogels een virologisch onderzoek worden verricht; er moeten cloacaswabs (of feces) en trachea-/orofarynxswabs worden genomen van ten minste 60 vogels of van alle vogels, wanneer de zending uit minder dan 60 vogels bestaat.

b) Zonder gebruik van verklikkervogels moeten de ingevoerde vogels virologisch worden onderzocht (aangezien serologische tests niet geschikt zijn). Er moeten tijdens de eerste 7 à 15 dagen van de quarantaine trachea-/orofarynxswabs en/of cloacaswabs (of feces) worden genomen van ten minste 60 vogels of van alle vogels, wanneer de zending uit minder dan 60 vogels bestaat.

2. Naast de in punt 1 bedoelde tests moeten de volgende monsters voor virologisch onderzoek worden genomen:

a) cloacaswabs (of feces) en trachea-/orofarynxswabs, indien mogelijk, bij klinisch zieke vogels of zieke verklikkervogels;

b) monsters van de maag- en darminhoud, de hersenen, de luchtpijp, de longen, de lever, de milt, de nieren en andere duidelijk aangetaste organen, zo snel mogelijk na de dood van, hetzij:

i) dode verklikkervogels en alle vogels die dood zijn bij aankomst of tijdens de quarantaine sterven, hetzij

ii) bij hoge sterfte van kleine vogels van grote zendingen, ten minste 10 % van de dode vogels.

3. Alle virologische en serologische tests op tijdens de quarantaine genomen monsters moeten in door de bevoegde autoriteit aangewezen officiële laboratoria worden uitgevoerd volgens diagnoseprocedures overeenkomstig het diagnosehandboek voor aviaire influenza en het Manual for diagnostic tests and vaccines for Terrestrial Animals (handboek inzake normen voor diagnostische tests en vaccins voor landdieren) van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) voor de ziekte van Newcastle. Voor virologisch onderzoek mogen verzamelmonsters worden gevormd uit monsters van maximaal vijf dieren. Feces mogen niet tezamen met andere orgaan- en weefselmonsters in één verzamelmonster worden opgenomen.

4. Virusisolaten moeten worden bezorgd aan het nationaal referentielaboratorium.




Daniel
Website Member
Posts :3286

Website Member
2007-06-06 - 14:27:13 send message to Daniel

En de lijst 3e landen van waaruit eventueel import mag komen

Argentinië
Australië
Bulgarije
Brazilië
Botswana
Canada
Zwitserland
Chili
Kroatië
Groenland
Israël
IJsland
Madagaskar
Mexico
Namibië
Nieuw-Zeeland
St. Pierre en Miquelon
Roemenië
Thailand
Tunesië
Turkije
Verenigde Staten van Amerika
Uruguay
Zuid Afrika


molineti
Website Member
Posts :1604

Website Member
2007-06-06 - 18:05:59 send message to molineti

Dit bericht is 1 keer gewijzigd

quote
En de lijst 3e landen van waaruit eventueel import mag komen

australië
Brazilië
Nieuw-Zeeland
Thailand



Verheug mezelf nu al op de soorten die misschien zullengaan komenhappy :)

Ik neem temminste aan dat Zij daar ook inheemse soorten kweken??

(mocht het lucratief zijn zullen de vogels ook wel op een andere manier ,,gekweekt,, gaan worden.)

De commercieele kromsnavelkweker zal van enkele landen op dit lijstje;America,canada en Zuid Afrika minder vrolijk worden verwacht ik.

De ,,regels,, voor import gelden ook voor export,ben benieuwd wat dit voor gevolgen zal gaan hebben voor de goedkopere soorten.

Als een vogel van b.v 2 euro per stuk een maand in quarantaine moet,op 2 virussen getest moet worden etc ,etc M.A.W een hoop kosten,zal deze niet meer makkelijk te verkopen zijn in het buitenland.

We wachten af:tot nu toe is mij nog niet bekend of de export stop tot 1 juni verlengd is ,of opgeheven is.

Groeten Rene


Karel
Website Member
Posts :6824

Website Member
2007-06-06 - 18:22:43 send message to Karel

Dit bericht is 1 keer gewijzigd

quote
Verheug mezelf nu al op de soorten die misschien zullengaan komen


Ik ook! Al die prachtige Aziatische neushoornvogels!laugh :D

Maar even serieus:
De genoemde landen, betreffen de toegestane landen, van de landen die onder de verordening vallen.
Blijkbaar kan dus gewoon geimporteerd worden uit landen die niet onder de verordening vallen?
Zie bijvoorbeeld:

(11) Voor de invoer van bepaalde vogels geldt een andere communautaire wetgeving. Daarom moeten deze van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten.

en

(13) Bovendien hebben bepaalde derde landen veterinairrechtelijke voorschriften die gelijkwaardig zijn aan die van de communautaire wetgeving. Daarom moet de invoer van vogels uit die landen van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten.


M.a.w. als een land dezelfde regels gaat hanteren als een EU land, dan mag dit land gewoon import en export met een EU land hebben en is de verordening (met haar regels) niet van toepassing??


cocobar
Website Member
Posts :591

Website Member
2007-06-06 - 18:38:56 send message to cocobar

Australië staat ertussen zie ik, maar volgens hun eigen wetgeving mogen daar toch geen inheemse soorten vertrekken, dus daar zijn we niet veel mee.
Of zie ik dat nu verkeerd??


Daniel
Website Member
Posts :3286

Website Member
2007-06-06 - 19:21:58 send message to Daniel

Ik hoorde gisteren binnen onze budgie groep dat er bij een overschot van bepaalde soorten ge-exporteerd mag worden uit Australie dit werd hem bevestigd door diverse instanties daar en vergeet niet dat ze in Australie ook al meerdere generaties euplectes wevers gekweekt hebben happy :)
Dus niet alleen mogelijk inheemse soorten maar ook uitheemse export kan voor ons interessant zijn


cocobar
Website Member
Posts :591

Website Member
2007-06-06 - 20:23:47 send message to cocobar

Dan zou het dus enkel gaan om uitheemse soorten van de Australische fauna en flora en dus nog steeds niks van de inheemse soorten, zelfs geen mutaties!!

Misschien wel beter zo, vermits heel wat grasvinken bedreigd zijn, maar mochten ze simpele zebravinken overbrengen, dan zou ik zeker geinteresseerd zijn (meer bepaald "de charcoal). Maar het zal bij dromen blijven...


Frankies
Website Member
Posts :162

Website Member
2007-06-06 - 20:44:50 send message to Frankies

Ik merkte vooral op dat Zwitserland, Andora vb. ook niet uitgesloten zijn.
Wie is op de hoogte van importwetgeving in deze landen ?
Als er importen vanuit Afrika, China, Thailand naar Zwitserland mogen en dan verder weer importen van Zwitserland naar BENE, dan is dit zo goed als een open markt. Met een marge voor de Zwitserse handelaar natuurlijk.
Ik vind het wel heel raar dat Thailand ook zou kunnen. Dit is toch één van de landen waaruit vroeger vele Japanse Nachtegalen etc. kwamen.
Ach de nabije toekomst zal wel weer meer klaarheid brengen.


Daniel
Website Member
Posts :3286

Website Member
2007-06-06 - 20:47:16 send message to Daniel

Een van onze groep heeft geinformeerd bij de australische douane en bij Aqis (de instantie die vergunningen afgeeft voor export) en die wezen export niet bij voorbaat af (en hij informeerde naar export van grasparkieten zogenaamde bush budgies)


goulds
Website Member
Posts :865

Website Member
2007-06-07 - 17:12:36 send message to goulds

straaltje licht aan het eind van duistere tunnel,of is het ijdele hoop om kwekend vogelland zoet te houden.



Pagina : 1

Plaats een reactie



Er zijn in totaal 191 bezoekers op de site, waarvan 0 leden.

Aantal mensen in chat: 1
attie11,
Copyright 1998-2022,
Laatste update: 31 oktober 2022
e-mail: info@vogelarena.com
kinderopvang in Enschede