voor de sceptici onder ons:
De pendel- of zgn. boutje-touwtje-methode is een controversiƫle manier om bij levende organismen zonder noemenswaardige uiterlijke verschillen -zoals de steenuil- of bij eieren het geslacht te bepalen. Hoewel de methode uit overlevering bij veel -vooral oudere- mensen bekend is, is deze nooit serieus genomen voor meer wetenschappelijke doeleinden. De vraag is of die scepsis terecht is.
In Athene nr 9 (2004) is het principe van de werkwijze uit de doeken gedaan.
Een volgende stap is om de methode uitgebreid op zijn betrouwbaarheid te testen. Van de eerste aanzet die daartoe is gedaan, doen we hier kort verslag met bespreking van de voorlopige resultaten en onze eerste ervaringen.
Op 31 oktober 2004 heb ik de pendelmethode samen met RenƩ Oosterhuis op de ringplek Groningen-Helpman uitgeprobeerd. Hiervoor hebben we gebruik gemaakt van vogelsoorten met goed zichtbare uiterlijke geslachtskenmerken, zoals koolmees, goudvink, vink, groenling, goudhaan en merel. Bij 47 zangvogels is het geslacht bepaald aan de hand van de pendelmethode.
Om een mogelijk negatieve beĆÆnvloeding te voorkomen, zijn de vogels tijdens het pendelen in een plastic kokertje gedaan en op een tafel gelegd (zie foto).
De vogels waren tijdens het pendelen dus zichtbaar en duidelijk te herkennen. Voor een meer objectieve meting is het wellicht beter dat de vogels juist aan het zicht onttrokken zijn. Dit hebben we nu nog niet getest. Hoewel alle vogels bij het verwijderen uit de mistnetten in een ondoorzichtig, katoenen zakje zijn gestopt, hebben we er bij de pendelmethode geen gebruik van gemaakt. We stuitten daarbij namelijk op het probleem, dat - en dit geldt met name voor de kleine zangvogels- de lichaamsas dan niet nauwkeurig is vast te stellen, hetgeen bij deze methode toch essentieel is.
Wat zijn de resultaten van deze eerste, kleine steekproef? Van de 47 gependelde vogels, waarvan 26 mannetjes en 21 vrouwtjes, is bij 46 individuen het geslacht correct bepaald, d.w.z. dat de uitkomst van de pendelbeweging in overeenstemming is met de uiterlijke geslachtskenmerken. Dat is een score van 98% (tabel 1). Slechts bij 1 groenling was de uitslag van de pendelbeweging niet in overeenstemming met de uiterlijke kenmerken.
[code]
Aantal metingen ♂♂ ♀♀ # GOED FOUT %
Totaal: 26 21 47 46 1 98
Koolmees: 16 11 27 27 0 100
Goudvink: 5 1 6 6 0 100
Groenling: 2 3 5 4 1 80
Vink: 0 4 4 4 0 100
Goudhaan: 3 1 4 4 0 100
Merel: 0 1 1 1 0 100
tabel 1: resultaten van de pendelmethode bij enkele zangvogels.
[/code]
Enkele ervaringen bij toepassing van de pendelmethode.
* Bij vrouwtjes zijn twee pendelbewegingen waar te nemen; de ronddraaiende- en links-rechts (een dwars op de lengte-as van de vogel) uitslaande beweging. De ronddraaiende beweging is duidelijk vaker waargenomen dan de links-rechts beweging (tabel 2).
Pendelbeweging bij ♀♀ (n=18)
Ronddraaien (n = 14) 78%
Links - rechts (n = 4) 22%
tabel 2: aard van de pendelbewegingen bij vrouwtjes.
* Stop niet te snel. Wacht tot de pendelbeweging heel krachtig en overtuigend is. Soms gebeurt het zelfs dat de beweging na korte tijd van richting verandert!
* De pendel slaat bij de ene persoon (veel) sterker uit dan bij de ander. Bij een proefje op de landelijke steenuilendag van 13 november j.l. sloeg de pendel bij enkele personen zelfs helemaal niet uit!
* Voer de pendelmethode uit met geopende ogen, met gesloten ogen lijkt de pendel stil te vallen.
De voorlopige conclusie luidt dat de uitkomsten van deze eerste, kleine steekproef bij enkele zangvogels zondermeer veelbelovend te noemen zijn. De resultaten zijn in elk geval bemoedigend genoeg om het experiment voort te zetten.