Een broedblok, en dit geld voor alle papegaaien, moet zo groot zijn (binnenmaat) als de grootte van de vogel. Veel mensen zijn geneigd een te groot broedblok op te hangen, met gevolg dat zowel de man als pop in het blok kunnen zitten. Dit heeft als gevolg dat de eieren kapot kunnen gaan doordat de vogels beide in het blok lopen te klooien. Men moet ook rekening houden dat de bodem van een blok in een komvorm gevreesd moet worden, om spreidpoten te voorkomen, en de eieren zullen altijd in het midden van het blok blijven liggen. Als de jongen uitkomen kan alleen de pop de jongen betreden, en na enkele dagen, als de jongen zichzelf warm kunnen houden, en ze al wat geroeid zijn, moet de ruimte voor de pop beperkt blijven. Dit voorkomt dat het blok minder bevuild wordt, er minder bacterien en schimmels kunnen ontstaan, en dat er weinig ongedierte in het blok komt. De diepte van het blok is per vogel verschillend, ook afhankelijk van het broedhok.
Broedblokken die horizontaal opgehangen worden dienen ook voorzien te worden van een diepgelegen uitgevreesde holte.
Als de jongen uitgegroeid zijn, zullen ze door ruimtegebrek ook eerder uit het broedblok komen, of al bedelend in het invlieggat hangen. In de natuur gaat het niets anders!!