Als je de verschiedenheid aan kleuren bekikt binnen een soort vraag ik mij wel eens vaker af hoe krijg je toch al die kleuren in de vogel?
In het wild zie bijv. alleen maar groene grasparkieten, groene agaporniden, groene halsbandparkieten.
Hoe komt de kleur in de vogel en hoe komt het dat dit proces niet in het wild gebeurt?
Ik denk net dat er in het wild wel verschillende kleuren voor komen (kijk maar hoeveel verschillende mutaties van de lori's er al zijn in het wild. Echter zal een kleurafwijkende vogel meer kans hebben dat hij het in het wild niet overleeft (valt daardoor op voor roofdieren).
Wij dit kunnen in gevangenschap ook meer controleren door selectief kweken en de vogel heeft geen vijanden (normaal gezien) waardoor het niet uitmaakt of ie opvalt.
gr; herman
Nou de wildkleuren zoals je die in het wild ziet zijn meestal minder opvallend. Als er tussen alleen maar 50 groene grasparkieten 1 blauwe vliegt valt hij op en is een makkerlijke prooi dan een groene. En bij kwekers als ze een vogeltje kweken met een rare kleur dan gaan ze hem weer op de vader zetten om er meer te kweken. en op een gegeven moment hebben ze een leuke stam en gaan kweken met die kleurslag.
De kleuren die in gevangenschap voorkomen hebben de wildvormen ook in zich. Echter, zoals al is aangegeven door de anderen, door de natuurlijke selectie worden deze meestal "weggevangen".
Mutaties ontstaan meestal door het wegvallen van andere kleuren.
Klein voorbeeld. De groene parkiet bestaat in feite uit blauw en geel, omdat deze allebij aanwezig zijn krijg je groen. Valt blauw weg dan krijg je dus ... geel en omgekeerd.
Ik geloof niet zozeer in het verhaal dat een afwijkende kleur in het wild een opvallende prooi zou zijn en op die manier zou verdwijnen.
De meetste mutatiekleuren zijn recessief en dit betekent dat ze ondergeschikt zijn aan de wildkleur.
Neem nu een witte merel. Als hij in het wild paart met een normale merel zullen al zijn nakomelingen zwart zijn en split voor wit.
De kleur komt nooit meer aan de oppervlakte of er moest een broer/zus paring gebeuren.
Klopt dat het niet altijd tot predatie leidt. Echter hoe vaak hoor je van een witte merel broeden, wel waarnemingen, maar nooit een vervolg.
Bovendien is in mijn opinie de kans op splitten die elkaar "ontmoeten" wel degelijk groot. Immers de jongen trekken echt niet ver weg en splitten geven ook weer splitten dus zou een omgeving op een gegeven moment moet barsten van witte merels.
mutaties binnen de genen treden zeer vaak op (vrijwel iedere keer dat de genen doorgegeven worden) alleen bij 99% van de mutaties zijn de gevolgen niet waarneembaar.