http://www.nbvv.nl/download/standaardeisen/Catharinaparkieten.pdf
De grijsvleugel mutatie.
Bij de kromsnavels is de Catharinaparkiet de eerste soort waarbij de mutatie grijsvleugel is ontstaan. Deze
mutatie vererft geslachtsgebonden en incompleet dominant en is de enige mutant bij de kromsnavels, met
deze wijze van vererving. De mutatie veroorzaakt een kwalitatieve melaninereductie. Gezien de wijze van
vererving kennen we bij de mannen twee verschijningsvormen. De enkelfactorige vogels met een reductie van
zo’n 50 %. Gezien het oorspronkelijke eumelanine bezit geeft dit nog steeds een zwartgrijze kleur. Bij
dubbelfactorige vogels is de reductie zo’n 80 %. Dit geeft een kleur welke omschreven wordt als beige grijs.
Gezien de wijze van vererven kennen we uiteraard geen dubbelfactorige poppen. Het Z chromosoom, waar
deze factor op gelegen is, is bij poppen immers maar enkelvoudig aanwezig. De verschijningsvorm van
poppen is derhalve gelijk aan die van dubbelfactorige mannen, dus de lichte vorm.