Het Kliermaag Dilatatie Syndroom (KDS)
Gerry M. Dorrestein,
Diagnostisch Pathologie Laboratorium NOIVBD, Wintelresedijk 51, 5507 PP Veldhoven.
www.noivbd.nl
Inleiding
Deze ziekte die als meer dan 30 jaar bekend is, wordt in de Engelstalige literatuur PDD
(Proventricular Dilatation Disease) genoemd. De ziekte komt vooral voor bij ara’s, kaketoes,
grijzeroodstaart papegaaien, edelpapegaaien en Poicephalus soorten.
Zoals de naam al zegt is een van de belangrijkste verschijnselen dat de kliermaag verwijd
(gedilateerd) wordt. Dit komt omdat de zenuwen van de maag (maar ook van de krop en bijnier)
ontstoken raken. Hierdoor raakt de maag (zowel klier- als spiermaag), maar ook de krop verlamd.
Daarnaast kunnen ook de hersenen ontstoken raken.
De eerste verschijnselen die meestal gezien worden zijn: “zaden in de ontlasting”. Daarna
vermageren de vogels sterk. Dit komt omdat de spiermaag het voedsel niet meer kan malen, de
uitgang van de maag (de pylorus) verlamd is en het voedsel (de zaden) ongemalen door laat
stromen. Hele zaden en brokken kunnen in de darm niet verteerd worden en daardoor verhongerd
de vogel, ondanks veel eten.
Als de darm of krop ernstig verlamd zijn, lukt zelfs de doorstroming niet meer, maar de vogel
blijft eten, hij heeft honger!!. Hierdoor raakt de maag (en krop) overvuld en verstopt. De maag
(en krop) rekken sterk op en worden volgepropt. Door deze verstopping komt er geen voedsel
meer in de darm en de vogels sterft de hongerdood (met een volle maag en krop!).
De diagnose kon tot voorkort alleen gesteld worden op basis van de verschijnselen (zaden in de
ontlasting en vermageren), een röntgenfoto en een kropbiopt. Meestal echter werd de echte
diagnose pas gesteld bij een sectie nadat de vogel dood was.
Casus
Een koppel gezonde groenvleugel ara’s ( Ara chloropterus) wordt door een kweker van
pelletvoeding op zaden overgezet. Dit omdat de kweker vond dat de vogels “ te dik” waren en
wat “ schraler” gevoerd moesten worden. Na 5 dagen begint de pop wat slechter te eten en een
dag later is deze vogel dood. De man lijkt nog gezond.
De vogel wordt aangeboden voor sectie en blijkt gestorven met een verstopte kliermaag, overvuld
met vooral zaden (foto 1). Dit heeft geleid tot een met bloed gevulde darm (hemorrhagische
diathese door een hypoglycaemie) waaraan de vogel gestorven is.
Bij histologisch onderzoek waren de zenuwen van de krop en maagwand geĂŻnfiltreerd met
lymfocyten, evenals de cellen in het mergdeel van de bijnier. Hiermee was de diagnose KDS of
PDD rond.
Bij de sectie was er in het pericard vocht aanwezig. Dit is ingevroren bij -20C.
Aan de eigenaar werd geadviseerd om terug te schakelen naar pelletvoeding (dit hoeft niet
vermalen te worden in de maag). Van de man en een rosé kaketoe (Eolophus roseicapilla) werd
bloed getapt om dit te controleren op antilichamen tegen het P40 antigeen van avian bornavirus
(zie discussie hierna). De rosé kaketoe was gehuisvest in de vlucht naast de ara’s en in die vlucht
was recent de partner gestorven (geen sectie laten doen).
De uitslagen van de Elisa (P40 antigeen) waren: pericardvocht pop: 0.900, serum man: 0.961 en
de kaketoe: 0.113. De grens tussen negatief en dubieus is 0.125; en alle waarden boven 0.200
worden als positief beschouwd. De beide ara’s waren dus positief en de kaketoe negatief voor
antilichamen tegen P40 antigeen van het Avian Bornavirus.
.
Discussie
In augustus 2008 werd op een congres door 2 onderzoeksinstituten in Amerika een virus
aangetoond dat, zoals nu bekend is, de veroorzaker is van de ontsteking in de zenuwen. Dit virus,
het avian bornavirus, is inmiddels
aangetoond in vele landen in de wereld bij
papegaaien met KDS en ook heeft men
met het virus de ziekte kunnen oproepen
bij papegaaien en valkparkieten (zie
referentielijst).
Na dit congres zijn we samen met deze
onderzoeksinstituten en de
laboratoriumschool AVANS te Breda
begonnen met het ontwikkelen van testen
om de diagnose (de aanwezigheid van het
virus) bij vogels in Europa vast te stellen.
Deze testen (een PCR en Elisa serologie)
zijn samen onderzoekers uit Amerika en
studenten uit Breda (PDD Task Force
2008 foto 2) ontwikkeld en getest (De
Kloet en Dorrestein, 2009). Nu ruim een
jaar later zijn wij verheugd te kunnen
Foto 1. Het macroscopisch overzicht van de in-situ bevindingen en het maagdarm kanaal bij de
onderzocht groenvleugel ara pop.
Foto 2. De PDD Task Force 2008
meedelen dat er een gloednieuw ingericht laboratorium in Veldhoven staat. In dit laboratorium
kunnen we vanaf januari 2010 starten met het onderzoeken van vogels op besmetting met het
bornavirus.
Er zijn 2 testen: de elisa test (serologie) en de PCR (aantonen sporen van het virus zelf).
De elisa is een bloedonderzoek (serum of plasma) op antilichamen (antistoffen) tegen P40 (avian
Bornavirus= ABV) waarvan op dit moment wordt aangenomen dat het de verwekker/betrokken is
bij het kliermaag dilatatie syndroom. De PCR wordt gedaan op cloaca swabs.
De resultaten van de elisa (serologie) moeten als volgt beoordeeld worden beoordeeld:
1. De vogel is negatief dwz geen contact met ABV en daarmee een negatieve vogel. We hebben
diverse voorbeelden waarbij de partner aan PDD (PCR/serologie ABV positief) is overleden,
maar de negatieve partner is (na 5x testen) nog steeds serologisch negatief is en ook enkele
uitgevoerde PCR’s blijven negatief.
2. Vogel is ziek, verdacht van ABV en serologie is positief >> vrijwel zeker ABV (PDD)
3. Vogel is ziek, verdacht van ABV, maar de serologie is negatief >> er is geen sprake van PDD
door ABV, maar er zal een andere ziekte in het spel zijn.
4. Vogel is gezond, maar positief voor serologie ABV >> verdacht als drager maar hoeft niet
ziek te worden. We hebben diverse van deze vogels op dit moment in onderzoek die al een
tijd lang serologisch positief zijn. Sommigen hebben ook een positieve PCR, anderen zijn bij
herhaling PCR negatief. Toch adviseren we deze laatste groep apart te huisvesten van de
serologisch negatieve vogels.
Wat is nu het voordeel van het testen van gezonde vogels op de aanwezigheid van antistoffen
(serologie, elisa)?
Uit onderzoek tot nu toe blijkt dat niet alle vogels die besmet raken met het virus ook KDS
ontwikkelen. Dat is ook logisch, want niet iedereen die met het griepvirus besmet wordt krijgt de
griep. Maar ook worden de meeste mensen die de griep krijgen (gelukkig maar) weer beter en
raken het virus weer kwijt.
Met deze test kunnen we vroegtijdig de besmetting vaststellen. Het voordeel hiervan is dat we
dan de voeding kunnen aanpassen; geen zaden meer, maar uitsluiten pellets. Op deze manier
hebben we een aantal vogels zitten die het al meer dan een jaar prima doen en niet ziek worden,
hoewel ze besmet zijn. We blijven deze vogels volgen om te zien of ze uiteindelijk het virus
kwijtraken en daarmee ook de antilichamen verdwijnen.
Een ander voordeel van deze test is dat als men vogels aan de collectie wil toevoegen, men deze
kan testen op antistoffen. Zijn de antistoffen afwezig (dus de test negatief) dan heeft deze vogel
geen contact gehad met het virus en kan dan zonder problemen toegevoegd worden aan een nietbesmette
collectie.
U zult begrijpen dat nu deze testen beschikbaar komen we ook pas echt kunnen gaan
onderzoeken hoe het virus zich verspreid en hoe de ziekte verloopt na besmetting. We zullen de
komende jaren hierover veel ontdekken.
Referenties
BERG M, JOHANSSON M, MONTELL H, BERG AL. Wild birds as a possible natural reservoir of
Borna disease virus. Epidemiol Infect. 2001; 127:173–8.
BOND MW, DOWN D, WOLF S. Screening for psittacine proventricular dilatation syndrome. Proc Annu
Conf Assoc Avian Vet 1993: 92-7.
DEB A, BORJAL RJ, BĂśRKLE M, WATSON R, HAMMER S.Evaluation of Avian Paramyxovirus-1
serology and crop biopsy for the diagnosis of Proventricular Dilatation Disease in captive Spix’s
Macaws (Cyanopsitta spixii) Proc Europ Assoc Zoo- and Wildlife Vet 2008: 339-42.
BRIESE T, HATALSKI C G, KLICHE S, PARK Y, LIPKIN WI, Enzyme-linked immunosorbent assay
for detecting antibodies to Borna disease virus-specific proteins. J. Clin. Microbiol. 1995: 33;348-
51.
DORRESTEIN GM, DE KLOET SR, HONKAVUORI KS, BRIESE T, TIZARD I, BASTIAANSEN P,
VERHOEVEN JTP, SARRAFZADEH ZARGAR D, VERSCHUREN MCM, LIPKIN WI.
Comparison of PCR assays for the detection Avian Borna Virus in histologically proven cases
with Proventricular Dilatation Disease in psittacines. Proc Int Conf Dis Zoo Wild Anim, Beekse
Bergen, The Netherlands 2009:14-8.
GANCZ AY, KISTLER AL, GRENINGER AL, FARNOUSHI Y, MECHANI S, PERL S, BERKOWITZ
A, PEREZ N, CLUBB S, DERISI JL, GANEM D, LUBLIN A. Experimental induction of
proventricular dilatation disease in cockatiels (Nymphicus hollandicus) inoculated with brain
homogenates containing avian bornavirus 4. Virol J. 2009; 6:100. [Epub ahead of print]
GOUGH RE, DRURY SE, CULVER F, BRITTON P, CAVANAGH D. Isolation of a coronavirus from a
green-cheeked Amazon parrot (Amazon viridigenalis Cassin). Avian Pathol 2006; 35:122-6.
GREGORY C, LATIMER KS, NIAGRO F, RITCHIE BW, CAMPAGNOLI RP, NORTON TM,
GREENACRE CB (1994) A review of proventricular dilatation syndrome. J Assoc Avian Vet
1994; 8:69-75.
GRUND CH, WERNER O, GELDERBLOM HR, GRIMM F, KĂ–STERS J (2002) Avian paramyxovirus
serotype 1 isolates from the spinal cord of parrots display a very low virulence. J Vet Med B
Infect Dis Vet Public Health 2002; 49:445-51.
HARLOW E, LANE, DL. Antibodies, a laboratory manual. Cold Spring Harbor Laboratory Press, Cold
Spring Harbor, New York, 1988.
HONKAVUORI KS, SHIVAPRASAD HL, WILLIAMS BL, QUAN PL, HORNIG M, STREET C,
PALACIOS G, HUTCHISON SK, FRANCA M, EGHOLM M, BRIESE T, LIPKIN WI. Novel
Borna Virus in Psittacine Birds with Proventricular Dilatation Disease. Emerg Infect 2008;
14:1883-6.
HOPPES S, GRAY P. Update on proventricular dilatation disease. Proc Conf Avian Medicine and
Surgery, EAAV, Antwerp, Belgium. 2009:141-6.
KISTLER AL, GANCZ A, CLUBB S, SKEWES-COX P, FISCHER K, SORBER K, CHIU CY, LUBLIN
A, MECHANI S, FARNOUSHI Y, GRENINGER A, WEN CC, KARLENE SB, GANEM D,
DERISI JL. Recovery of divergent avian bornaviruses from cases of proventricular dilatation
disease: identification of a candidate etiologic agent. Virol J. 2008; 5:88.
DE KLOET SR, DORRESTEIN GM. Presence of avian bornavirus RNA and anti avian bornavirus
antibodies in apparently healthy macaws. Avian Diseases. 2009:53; 568–573.
KOBAYASHI T, KAMITANI W, ZHANG G, et al. Borna disease virus nucleoprotein requires both
nuclear localization and export activities for viral nucleocytoplasmic shuttling. J Virol 2001;75:
3404–12.
LIERZ, MICHAEL, HAFEZ M. HAFEZ, KIRSI S. HONKAVUORI, ACHIM D. GRUBER, PHILIPP
OLIAS, ELSAYED M. ABDELWHAB, ANDREA KOHLS, W. IAN LIPKIN, THOMAS
BRIESE AND RUEDIGER HAUCK. Anatomical distribution of avian bornavirus in parrots, its
occurrence in clinically healthy birds and ABV-antibody detection. Avian Pathology 2009, 38,
491_496
LIPKIN W I, BRIESE T. Bornaviridae. In Fields Virology (5th edition), D. M. Knipe and R. M. Howley,
eds., Lippincott, Williams & Wilkins, a Wolters Kluwer Business, Philadelphia, USA, 2007;1829-
51.
LUDWIG H, BODE L, GOSZTONYI G. Borna disease: a persistent virus infection of the central nervous
system. Progr Med Virol 1988;35:107-51.
MALKINSON M, WEISMAN Y, ASHASH E, BODE L, LUDWIG H. Borna disease in ostriches. Vet
Rec. 1993; 133:304.
NOLAN T, HANDS RE, OGUNKOLADE W, and BUSTIN SA. SPUD: A quantitative PCR assay for
the detection of inhibitors in nucleic acid preparations. Analytical Biochemistry 2006; 351:308-10.
OUYANG, N. R. STORTS, Y. TIAN, W. WIGLE, I. VILLANUEVA, N. MIRHOSSEINI, S. PAYNE, P.
GRAY AND I. TIZARD. Histopathology and the detection of avian bornavirus in the nervous
system of birds diagnosed with proventricular dilatation disease. Avian Pathology 2009; 38,
393_401.
RINDER M, ACKERMANN A, KEMPF H, KASPERS B, KORBEL R, STAEHELI P. Broad tissue and
cell tropism of avian bornavirus in parrots with proventricular dilatation disease. J. Virol. 2009;
83:5401-7.
RITCHIE B. Avian Viruses: Function and Control. Lake Worth: Wingers Publishing 1995.
SANGER F, NICKLEN S, COULSON AR. DNA sequencing with chain terminating nucleotides. Proc.
Natl. Acad. Sci. USA. 1977; 74:5463-7.
SCHNEIDER U, NAEGELE M, STAEHELI P. Regulation of the Borna disease virus polymerase
complex by the viral nucleoprotein p38 isoform. Arch Virol 2004;149:1409-14.
SCHWEMMLE M, SALVATORE M, SHO L, RICHT J, LEE CH, LIPKIN WI. Interactions of the borna
disease virus P. N. and X proteins and their functional implications. J. Biol. Chem. 1998;
273:9007-12.
VILLANNUEVA P, GRAY P, TIZARD I. Detection of an antigen specific for proventriculus dilatation
disease in psittacine birds. Veterinary Record